In NL & BE bezorgd Gratis bezorging vanaf €120,- Bezorging dinsdag t/m zaterdag Vanaf 1 product leverbaar Vanaf 1 product graveren Particulier en zakelijk Betaling achteraf mogelijk met Klarna

Jouw logo op een borrelplank: stap-voor-stap naar perfect graveren

Waarom kiezen voor een gegraveerde borrelplank met jouw logo?

Je wilt een professionele, persoonlijke touch toevoegen aan relatiegeschenken, je horeca-uitstraling verbeteren of gewoon een uniek product verkopen. Een gegraveerde borrelplank met jouw logo straalt vakmanschap en herkenning uit.

Voordat je begint, stel jezelf drie vragen: wat is het doel (promotie, verkoop, cadeau), welke oplage wil je, en wat is je budget? Deze keuzes bepalen materiaal, graveermethode en prijs.

In dit artikel leid ik je stapsgewijs door het proces: van houtkeuze en bestandsvoorbereiding tot de juiste techniek, instellingen en nabewerking. Zo weet je precies wat je kunt verwachten en start je goed voorbereid aan het hele traject. Je krijgt praktische tips, fouten om te vermijden en voorbeelden zodat jouw plank professioneel en duurzaam oogt met een scherp oog voor detail.

1

Voorbereiding: kies het juiste hout en bepaal je doel

Bepaal eerst het doel

Voordat je een houtsoort kiest, vraag jezelf concreet af: wordt dit een luxe relatiegeschenk, een product voor dagelijks gebruik in een café of iets dat in de supermarkt verkocht wordt? Dat bepaalt dikte, afwerking en duurzaamheid. Een luxe geschenk mag zwaarder en dikker zijn (18–25 mm), met afgeronde randen en een hoogwaardige olieafwerking. Een dagelijks gebruiksproduct kan lichter zijn (12–18 mm) en vaker opnieuw geöl worden.

Kies je houtsoort: eigenschappen die tellen

Let op kleur, nerf, hardheid en levensmiddelenveiligheid. Enkele veelgebruikte opties:

Eiken: warm bruin, uitgesproken nerf, hard en slijtvast — ideaal voor een premium uitstraling.
Acaciahout: diepe kleur, mooi contrast bij graveren, duurzaam maar prijziger.
Esdoorn: licht van kleur en fijne nerf — uitstekend voor fijne details.
Bamboe: duurzaam en licht, maar vezelrichting kan grovere gravures geven.
Teak: van nature waterbestendig; geschikt voor planken die veel in contact komen met vocht.

Kies op basis van je merkidentiteit (rustiek, modern, eco) én praktische eisen (vaak afwassen, buitengebruik).

Contrast en detail: waarom houtsoort je ontwerp beïnvloedt

Lasergraveerwerk contrasteert het beste op lichte houtsoorten met donkere brandmarkering (esdoorn, beuk). Harde, homogene houtsoorten houden fijne lijnen beter vast; zachte houtsoorten (bijv. den/pine) kunnen details laten vervagen. Als je logo dunne lijnen of kleine letters bevat, kies dan esdoorn of eiken in plaats van bamboe of zachter hout.

Afmetingen, dikte en randafwerking

Denk praktisch: welke grootte past bij je doelgroep? Voor borrelplanken zijn standaardmaten 25×15 cm tot 45×30 cm. Dikte beïnvloedt stevigheid en prijs. Voor dagelijks gebruik zijn 15–20 mm gangbaar; voor luxe geschenken kies je 18–25 mm plus afgeronde randen en een voedselveilige afwerking zoals minerale olie of een beeswax-olie mix.

Budget, oplage en machinale geschiktheid

Sommige houtsoorten en afwerkingen kosten meer. Ook speelt de oplage mee: lasers (bijv. Glowforge, Epilog, Trotec) zijn ideaal voor prototypes en kleine series, CNC-routers (Shapeoko, X-Carve, ShopBot) werken efficiënter voor grotere series of diepe frezingen. Handgravure geeft een ambachtelijke meerwaarde bij zeer kleine oplagen.

Maak een mock-up

Maak een moodboard of simpele mock-up: print het logo op papier op ware grootte en leg dit op de plank om schaal, positie en balans te beoordelen. Dat voorkomt verrassingen bij de echte gravure.

Volgende stap: hoe je jouw logo-bestand klaarmaakt en optimaliseert zodat de gravure er precies zo uitkomt als je in gedachten hebt.

2

Bestanden en ontwerpoptimalisatie voor perfecte gravures

Je digitale bestand bepaalt uiteindelijk hoe scherp en leesbaar je logo op de borrelplank wordt. Hieronder krijg je gerichte, praktische stappen zodat je ontwerp klaar is voor de machine — en voor de plank.

Werk altijd in vector waar mogelijk

Vectorbestanden (SVG, AI, EPS, PDF) houden lijnen scherp bij elke schaal. Gebruik Adobe Illustrator, Inkscape of Affinity Designer om:

tekst om te zetten naar contouren/curven (aantal woorden: zet “Outline” of “Convert to Curves”);
verborgen lagen en effecten te verwijderen;
transparanties te flattenen.

Praktische tip: bewaar een bewerkbaar origineel én een versies met alle tekst naar outlines zodat er later geen lettertypeproblemen ontstaan.

Vereenvoudig complexe details

Hout en graveren hebben beperkingen. Kleine serifs, fijne lijntjes en kleine iconen vervagen snel op nerfrijke houtsoorten.

Verwijder of vereenvoudig details die kleiner zijn dan 0,2–0,5 mm voor lasergraveren; voor CNC-engraving houd je eerder 0,5–1,0 mm aan.
Gebruik strakke, schreefloze fonts voor kleine teksten; probeer Grotesk-varianten of bold sans voor betere leesbaarheid.
Maak twee varianten: een full-detail en een vereenvoudigde versie voor kleine formaten.

Rastergravures: foto’s en schaduwen

Voor foto-achtige gravures werk je met zwart‑wit hoge resolutie afbeeldingen:

Gebruik TIFF of PNG, 300–600 DPI, geijkt op de gewenste gravuurgrootte.
Converteer naar 8‑bit grayscale en pas contrast aan; lasers reageren sterk op helderheidsverschillen.
Test met halftone- of dithering-instellingen in je graveersoftware (bijv. LightBurn of Epilog-software).

Negatieve ruimte en overlappingen

Negatieve ruimte bepaalt de leesbaarheid. Controleer of dunne openingen in letters (bijv. in “e” of “a”) niet verdwijnen in de houtnerf. Zorg dat overlappende vormen samensmelten:

Voer een boolean-union uit om dubbele lijnen te verwijderen.
Maak een testbestand met een lijnenschaal (0,2–1,0 mm) en verschillende lettergroottes.

Export en mock-ups

Exporteer meerdere formaten afgestemd op de machine:

Vector: SVG, PDF, AI, EPS.
CNC: voeg DXF toe.
Raster: PNG/TIFF op juiste DPI.

Print of maak een digitale mock-up op schaal (bijv. in Illustrator of Inkscape) en leg een geprinte proef op een plank om positie en balans te beoordelen. Een simpele test: één klein testpaneel met verschillende lijndiktes en een rasterfoto helpt verrassingen voorkomen.

Volgende stap: kies de graveermethode die het beste past bij jouw bestand en hout — we behandelen laser, CNC en handgravure en welke instellingen je waar het beste kunt gebruiken.

3

Kies de juiste graveermethode: laser, CNC of handgravure

Je hebt nu je ontwerp klaar — maar welke techniek zet dat logo het beste om naar hout? Hieronder overzichtelijk uitgelegd wat je van elke methode kunt verwachten, met concrete tips zodat je meteen weet welke route je kiest.

Lasergraveren: snel, scherp en geschikt voor fijne details

Laser (CO2 of fibre) brandt het oppervlak en levert hoge resolutie, perfect voor kleine tekst en fijne lijnen. Goede machines: Epilog Fusion Pro, Trotec Speedy of de Glowforge (voor kleinere runs).

Voordelen: zeer nauwkeurig (detail tot ~0,1–0,2 mm zichtbaar), snel, geen fysiek contact met hout.
Nadelen: de gravure is donker door verbranding; op sommige houtsoorten kan rondom licht verkleuring ontstaan.
Tip: voor zachte houtsoorten (bamboe, esdoorn, beuk) werkt laser uitstekend; bij harsrijke houtsoorten (iepen, walnoot) test je altijd eerst vanwege ongelijk branden.
Werkgebied: check machine max-lay-out (bijv. 600×900 mm bij desktop lasers); grotere planken vereisen industriële lasers.

CNC-frezen: diepte en tactile luxe

CNC snijdt materiaal weg met bits en creëert reliëf en fijne randen. Van hobbymachines (Shapeoko, X-Carve) tot productie (ShopBot, Biesse).

Voordelen: je krijgt diepte en voelbare randen; ideaal voor logo’s die opvallen of voor premium presentaties.
Nadelen: mindere fijne 2D-details dan laser tenzij je hele kleine frezen gebruikt; langere bewerkingstijd en bit-slijtage.
Praktische waarden: eindfrezen 0,8–3 mm voor details; diepe gravures 1–5 mm afhankelijk van ontwerp.
Tip: gebruik harder hout (eiken, walnoot) voor scherpe randen; zachte houtsoorten kunnen uitfransen.

Handgravure / pyrographie: ambacht en uniciteit

Handmatig branden (pyrographie) of graveren met graveernaald geeft een handgemaakt karakter dat machines niet nabootsen.

Voordelen: unieke, warme uitstraling; mogelijkheid tot creatieve variaties per stuk.
Nadelen: arbeidsintensief, minder uniform, moeilijk schaalbaar.
Apparatuur: Razertip-sets of Walnut Hollow voor pyrographie; professionele graveurs werken vaak met op maat gemaakte pennen.
Tip: kies handgravure voor limited editions of gepersonaliseerde geschenken — niet voor massaproductie.

Snel vergelijkingsoverzicht

Kosten per stuk: laser (laag → medium), CNC (medium → hoog), handgravure (hoog door arbeid).
Doorlooptijd: laser (snel), CNC (gemiddeld), hand (traag).
Esthetiek: laser (strak & donker), CNC (diep & luxe), hand (ambachtelijk & variabel).

In de volgende sectie lopen we stap-voor-stap door de technische instellingen en nabewerking voor jouw gekozen methode, zodat je meteen perfect kunt beginnen met graveren.

4

Stap-voor-stap graveren: van instellingen tot nabewerking

Volg dit heldere proces om fouten te vermijden en consistent mooie resultaten te krijgen. Elke stap is praktisch toepasbaar, of je nu laser, CNC of handgravure gebruikt.

Stap 1 — Maak een proefbestand en teststuk

Maak een klein testbestand met een raster van variabele instellingen (snelheid/vermogensverhouding/passes). Graveer dat op een reststuk van hetzelfde hout.

Tip: werk met een 3×3 matrix: verander elke rij snelheid of voeding met ~10–20% en elke kolom vermogen of toerental. Zo zie je direct wat voor jouw hout het mooiste contrast en de juiste diepte geeft.
Praktijkvoorbeeld: bij een reeks van 50 borrelplanken bespaarde een snelle testmatrix me uren aan herbewerkingen omdat ik de optimale snelheid in één run vond.

Stap 2 — Positioneer en klem goed vast

Een verschuivende plank = verloren werk. Zorg daarom voor een vlak, schoon oppervlak en stevige fixatie.

Gebruik F‑klemmen of Bessey‑klemmen voor grotere planken.
Voor kleinere stukken werken dubbelzijdige tape of speciale laserfixeerkitten goed; bij CNC gebruik een spoilboard en schroefklemmen.
Controleer vlakheid: een licht verende plank kan gaan trillen en detail vervagen.

Stap 3 — Voer het juiste bestand in en controleer uitlijning

Laad het juiste formaat (vector: SVG/DXF voor lijnen; PNG/TIFF voor bitmap/halftones) en controleer schaal 1:1.

Zoom uit en controleer crop en snijranden; zet een raster of hulplijnen aan.
Voor CNC: controleer toolpaths en kies de juiste bit (radius = detailgrootte).
Tip: schakel test‑outline aan (veel software kan alleen een omtrek plotten) om te zien waar het gaat snijden/graven.

Stap 4 — Start en houd toezicht

Begin de job, maar verlaat de machine nooit tijdens de eerste minuten.

Observeer rookvorming, onverwachte verkleuring of beweging.
Bij lasers: zorg voor goede ventilatie of afzuiging; bij CNC: houd stofafzuiging en koelmiddel in de gaten.
Stop snel bij vreemde geluiden of rook; los problemen op en start opnieuw.

Nabewerking: schoon, schuur en bescherm

Na de gravure komt de finishing touch.

Verwijder roet en stof met een zachte borstel en een vochtige doek.
Licht schuren waar nodig met korrel 220–320; volg de nerf.
Breng een voedselveilige afwerking aan: minerale olie, een beeswax/minerale olie mix of een geclassificeerde food‑safe lak (bijv. Osmo TopOil).
Overweeg invullen voor contrast met voedselveilige opties: gekleurde bijenwas of pigmenten oplosbaar in minerale olie. Gebruik alleen producten die expliciet voedselveilig zijn.

Controleer tot slot op scherpe randen en kies verpakkingsmateriaal dat je plank beschermt tijdens transport.

5

Veelgemaakte fouten en hoe je ze eenvoudig voorkomt

Voorkomen is beter dan herstellen. Hieronder zie je de meest voorkomende valkuilen en praktische oplossingen waardoor jouw eerste (en volgende) gravures veel vaker meteen goed uitpakken.

Te kleine details in het ontwerp

Kleine lijnen en fijne letters zien er in vector prachtig uit, maar verdwijnen snel bij graveren.

Regel: vermijd details kleiner dan ~0,5–1 mm voor lasers; voor CNC gebruik geen details onder de diameter van je kleinste frees (bijvoorbeeld <2 mm voor een 2 mm bit).
Oplossing: vereenvoudig je logo (verminder kleine sierlijke elementen), gebruik bold‑varianten van lettertypen, en maak fijne lijnen iets dikker.
Praktijktip: vergroot het logo naar 200% en check of kleine onderdelen nog logisch ogen — als ze dat niet doen, haal ze weg.

Verkeerde bestandstypen

Een onscherpe PNG of JPG geeft vaak ongewenste halftones en randjes.

Gebruik altijd vectorbestanden voor lijnen en tekst: SVG, AI, EPS of DXF.
Voor bitmaps (foto’s/halftones) lever je hoge resolutie TIFF/PNG aan (minimaal 300–600 dpi).
Tip: exporteer ook een PDF als back‑up; veel graveersoftware importeert die betrouwbaar.

Geen testgravure

Je bent niet de eerste die direct op de klantplank gaat graveren en later spijt krijgt.

Maak een klein proefstuk van hetzelfde hout en draai een snelle testmatrix (snelheid/vermogen).
Noteer welke instellingen het beste resultaat geven (in een spreadsheet of foto‑log).
Voorbeeld: eenmalig testen bespaarde mij bij een batch van 30 planken een herbewerkingsronde.

Verbranden door te hoge laserinstellingen

Donkere randen en rookafzetting ruïneren contrast.

Begin met lagere kracht en hogere snelheid; gebruik air assist bij lasers om zuurstof toe te voeren.
Zorg voor goede ventilatie of afzuiging (Glowforge, Epilog, xTool gebruikers: controleer of je extra externe afzuiging nodig hebt).
Als je rook ziet: pauzeer en reinig lens/optica — vervuilde lenzen branden sneller.

Onjuiste afwerking / niet‑voedselveilig

Een mooie kleurvulling kan gevaarlijk zijn als de verf niet food‑safe is.

Gebruik alleen producten met duidelijke food‑contact certificering (FDA‑approved of EU‑verordening conformiteit).
Veilige opties: Osmo TopOil, minerale olie + bijenwasmengsels, of kleurpigmenten oplosbaar in minerale olie die expliciet voedselveilig zijn.
Vermijd generieke hobbyepoxy’s zonder voedselkeuring.

Houtspanning, kromtrekken en documentatie

Kromgetrokken planken en wisselende houtsoorten veroorzaken inconsistenties.

Acclimatiseer hout aan je werkruimte, controleer vochtigheid en span het vlak voor graveren.
Documenteer per houtsoort: snelheid, vermogen/toerental, passes, bit/ppi en resultaatfoto’s.
Met zo’n log kun je bij een herhaalopdracht exact hetzelfde resultaat leveren.

Met deze checklists voorkom je de meeste ‘aah‑nee’ momenten en verbeter je de reproduceerbaarheid van je gravures. In de volgende sectie geef ik nog praktische laatste tips om meteen aan de slag te gaan.

Klaar om te graveren: praktische laatste tips

Je hebt nu de belangrijkste stappen doorlopen: materiaalkeuze, bestandsvoorbereiding, techniekkeuze, uitvoer en afwerking. Begin met kleine proefseries en documenteer je instellingen zodat je snel herhaalt wat werkt. Blijf testen totdat je consistent het gewenste resultaat krijgt; houd daarbij rekening met houtsoort en graverdiepte.

Denk aan voedselveiligheid, veilige afwerking en verzorgde presentatie — een nette lak of olie maakt vaak het verschil. Heb je vragen, vraag advies bij ervaren makers of maak proefgravures lokaal voordat je in grote oplages investeert. Succes en veel plezier met het graveren van jouw unieke borrelplanken! Ga ervoor! Veel succes!

Share:

Facebook
Twitter
Pinterest
LinkedIn

Inhoudsopgave

Andere blogberichten

Winkelmand0
Je winkelmand is leeg.... voeg snel wat toe
Verder winkelen.
0